’s Nacht vloog er een dromenmannetje haar kamer binnen. Hij landde op het groen van haar hoofdkussen en keek fronsend naar de warrige krullen die als een aureool om haar hoofd lagen. Vervolgens pakte hij zijn bellenblaas, blies iets wat op een draak leek maar alle kleuren van de regenboog bezat, en stopte het voorzichtig in haar hoofd. Toen sprong hij op om met een paar slagen van zijn gele vleugeltjes de nacht weer in te vliegen.
’s Ochtends werd ze wakker met haar oogleden nog half aan elkaar geplakt. De krullen weigerden zich te gedragen en hoe vaak ze de kam er ook doorheen haalde ze bleven alle kanten op springen. Zuchtend gaf ze haar pogingen op. Ze zette koffie, sneed brood, smeerde jam op de achterkant van een cracker -tenminste, als een cracker echt voorkanten en achterkanten had- en probeerde niet te denken aan de schooldag die eraan kwam.
’s Middags zat ze in de trein van school naar huis. Uit de dopjes in haar oren klonk Green Day en een beetje Pink Floyd. Ze luisterde maar half. Een oude vrouw met een witte knot keek haar vanachter twee kleine brillenglazen argwanend aan. Ze zag het echter niet. Een jongen met een zwarte rugtas en twee hippe gympen kwam naast haar zitten. Hij sloeg hard op haar arm zodat ze een klein kreetje van pijn liet ontsnappen. De triomfantelijke blik in zijn ogen deed haar neerkijken en lipbijten.
’s Avonds zat ze met opgetrokken knieën op de bank, zachtjes snikkend om de dingen die wel waren maar niet zouden moeten zijn of niet waren maar wel zouden moeten zijn. Ze was niet verdrietig alleen treurig en treurige mensen mogen niet huilen herinnerde ze zichzelf, waardoor de tranen opnieuw begonnen te stromen. Ze vroeg zich af of er een moment was dat je ogen het opgaven en gewoon ophielden zout water te produceren. Ze vroeg zich af of er een moment was dat er geen redenen meer waarom om zout water te produceren, maar bedacht zich toen dat dat zoute water haar ogen schoon hield en grimaste.
’s Nachts vloog er een dromenmannetje haar kamer binnen. Hij hield stil boven haar fijne maar nog altijd treurige gezicht en schudde zachtjes zijn lila blauwe kopje. Toen glipte hij voorzichtig onder haar dekens. Hij kroop dicht tegen haar aan. Ze glimlachte in haar slaap en legde haar arm om hem heen.
Suupergoed geschreven!
BeantwoordenVerwijderenLiefs,
xx
Heel leuk geschreven!
BeantwoordenVerwijderenDankjewel voor je reactie!
BeantwoordenVerwijderenJaa :) Hihi, sommige mensen vinden het niet echt leuk meer, die fase dat het 'in' was is een beetje voorbij. Maar degene die het geeft geeft het zó leuk! :)
xLiefs